07 mrt

Help, hypnose!

D’Ye sterk met hypnotisch spel

Onderbroekenlol: Joop Kunst Foto: Marco Bakker

Onderbroekenlol: Joop Kunst
Foto: Marco Bakker

Onder regie van de nieuwe regisseuse Gineke de Witte was d’Ye vrijdag- en zaterdagavond in het Damhotel te zien in het blijspel “Help, hypnose!” van Lucy Kooman. Het debuut van deze auteur, die met dit stuk probeert het gangbare blijspel een wat andere, moderne vorm te geven, een opzet waarin ze vrij aardig is geslaagd. D’Ye was vooral voor de pauze heel goed op dreef. Met vlotte, rake dialogen en het uitbeelden van heel specifieke typetjes wisten de spelers en speelsters de zaal kostelijk te vermaken. Daarna had het spel duidelijk te lijden onder de te vele changementen van het toneel. In “Help, hypnose!” heeft een schatrijk geworden zakenman in ruste het te druk met al zijn kwalen en kwaaltjes om van zijn rijkdom te kunnen genieten. Zijn tweede echtgenote smeedt samen met haar mans zaakwaarnemer snode plannen om hem door middel van hypnose ontijdig het tijdelijke met het eeuwige te laten verwisselen. Riet Peereboom en Wim Bak typeerden op uitstekende wijze het moordlustige tweetal. Vooral Bak verstond de kunst iets heel sinisters in zijn spel te leggen. Joop Kunst in de rol van zakenman beschikte over een onmiskenbaar komisch talent dat het publiek onweerstaanbaar op de lachspieren werkte zonder ook maar één woord te hebben gezegd. Hans de Jong, één van de sterkste spelers van d’Ye, was kostelijk als de zeer verwijfde hulp in de huishouding. Een rol die hij, zonder ook maar een ogenblik te verslappen, tot het laatste ogenblik wist vast te houden. Lees verder

07 sep

De opgaande zon

Publiek pinkt traantje weg bij “Opgaande zon” van Heijermans

“De opgaande zon”, het afscheidsstuk van regisseur Léon Tol Foto: Marco Bakker

“De opgaande zon”, het afscheidsstuk van regisseur Léon Tol
Foto: Marco Bakker

De Edamse toneelvereniging d’Ye was dit weekend uitstekend op dreef met twee voorstellingen van de ruim zeventig jaar oude klassieker “De opgaande zon” van Herman Heijermans. Het geheel stond onder regie van Léon Tol, die met dit stuk afscheid neemt van het Edamse toneel. Met name de vindingrijkheid in het decorontwerp viel op. Voor de eenvoudige huiskamer van het winkeliersgezin De Sterke uit de eerste acte en later de ruïne na de brand zou zelfs het ‘grote toneel’ zich niet hoeven schamen. Heijermans maakt zich in zijn werk sterk voor de underdog die in de hoek wordt gedreven door het ‘grootkapitaal’. Zo ook in “De opgaande zon”, waarin een familie, eigenaar van een kleine, maar goedlopende zaak, diep in de problemen komt door de niets en niemand ontziende concurrentie van zijn al maar uitbreidende buurman. Deze drijft zo door dat er voor De Sterke geen droog brood meer te verdienen valt. De hele geschiedenis gaat onafwendbaar af op een groot familiedrama: een uit de hand gelopen brand kost het leven van en jong meisje en betekent de ondergang van het gezin. Han de Witte, die vorig jaar debuteerde bij d’Ye, speelde de rol van de tot de ondergang gedoemde winkelier De Sterke. Ondanks een uitmuntende rolkennis slaagde hij er niet altijd in te overtuigen, maar hij revancheerde zich royaal in de scène van de vader die zijn dochter ervan overtuigt dat zij haar schuld aan de fatale brand moet bekennen. Debby Besseling vertolkte deze zware rol zo overtuigend, dat in de zaal tersluiks wat traantjes werden weggepinkt. Besseling verstaat de kunst om spel tot tastbare werkelijkheid te maken, zonder één ogenblik in overdrijvingen te vervallen. Prima was ook het spel van Riet Peereboom die de moeder neerzette, met alle emoties van de vrouw die het noodlot niet weet te keren en alle hoop verloren heeft. Lees verder

07 mrt

Op Gouden Wieken

Prima debutanten bij d’Ye

Wim Bak als Charley en Riet Peereboom als Elisabeth Foto: Marco Bakker

Wim Bak als Charley en Riet Peereboom als Elisabeth
Foto: Marco Bakker

De zaal leefde volop mee met de avontuurlijke capriolen van de twee reislustige dames die de hoofdrol speelden in het stuk. Samantha en Elisabeth schuimen de hele wereld af op zoek naar rijke mannen, die ze letterlijk en figuurlijk uitkleden. Anneke van Overbeek en Riet Peereboom kropen op haast virtuoze wijze in de rol van het oplichtersduo. Ze fladderden luchthartig over het toneel en genoten duidelijk van alle brokken die ze overal in de wereld achterlieten. Wim Bak zette een prima gentleman neer, die langzaam maar zeker zijn ware gedaante toonde als gentleman-boef. Als Charley lijkt hij het zoveelste slachtoffer van de dames, maar later blijkt hij een minstens zo gewiekste oplichter. Hans Keijzer viel op als de pseudo-rechercheur Yen, een kakelende Japanner die zo uit een stripverhaal leek te zijn gestapt. Een kostelijk rolletje. Sjaak Kras nam de rol voor zijn rekening van de Britse aristocraat die het slachtoffer wordt van de inmiddels als trio opererende oplichters. Met slechts kleine gebaren was hij op en top Brit. Kras kreeg tijdens zijn spel problemen met zijn snor, die hardnekkig van zijn bovenlip zakte. Natuurlijk werkte dat onweerstaanbaar op de lachspieren van het publiek, zodat de teksten vaak werden overstemd. Het was daarom jammer dat hij geen smoes kon improviseren om even het toneel te verlaten. D’Ye had nog een aangename verrassing voor het publiek met de twee debutanten Gineke en Han de Witte, die beiden de sterren van de hemel speelden als kamermeisje en kelner in verschillende wereldsteden. Lees verder

01 mrt

De sprookjesnacht van Jojo de Clown

jojodeclownSucces met jeugdtoneel: d’Ye trekt vol Damhotel

De bewonderende “Oohs” en “Aahs” toen het doek opging waren een compliment aan de toneelbouwers, die met eenvoudige middelen en een geraffineerde belichting een soort sprookjesgrot hadden gecreëerd met daarnaast een poppenkast. De maker van de kast is de heer Henk Rijser. D’Ye ziet het jeugdige publiek voor vol aan. Ook deze keer was niets aan het toeval overgelaten: een leuk verhaal met allerlei fragmenten uit overbekende sprookjes, prima rollen die souffleur Ton Hermanides een makkie bezorgden, goed spel en vol smaak en fantasie verzorgde kleding. Jojo de clown was een uitstekende en zeer overtuigende rol van Riet Peereboom, die de kinderen volledig met zich liet meeleven. Riny Janssen zette een bijzonder boosaardige heks op de planken. Ze moet na de twee krachttoeren van zondagmiddag ongetwijfeld last van haar stembanden hebben, zo ging ze in haar rol op. Voor Wijnand Visser was een dubbelrol weggelegd: eerst de vrolijke minstreel, die hij met veel verve bracht, en daarna de niet zo heel snuggere en zeer bekakt sprekende heraut van de koning. Met zijn malle fratsen liet hij de kinderen in de zaal schateren. Lees verder

01 mrt

Zachtjes met de deuren

D’Ye haalde alles uit Frans blijspel

Deze jongen gaat ervoor: Hans Keijzer als François in "Zachtjes met de deuren".  Op de achtergrond Marja de Boer als Pinky Foto: Marco Bakker

Deze jongen gaat ervoor: Hans Keijzer als François in “Zachtjes met de deuren”.
Op de achtergrond Marja de Boer als Pinky
Foto: Marco Bakker

“Zachtjes met de deuren” is een typisch Frans stuk. Geen constant bulderende lach, maar voor de aandachtige luisteraar en kijker zijn er meer dan genoeg ingrediënten voor een brede glimlach. Het stuk is door regisseur Pé Mühren verplaatst naar Amsterdam en tekst en types zijn hier en daar aangepast. D’Ye heeft er echt alles uitgehaald. Spel en rolkennis waren behoorlijk tot zeer goed, het decor een plaatje en de aankleding prima verzorgd. Ellie van Montfort speelde de moeder. Vooral door haar spel zat de openingsscene meteen goed. Ellie is erg tekstvast, straalt zekerheid uit en zette een prima rol neer. Datzelfde kan gezegd worden van Hans de Jong als de vader, die af en toe lichtelijk hysterisch wordt van de onge-organiseerde bende in zijn huis. Riny Janssen zette als oudste dochter een lekker brutaal typetje neer. Frank en vrij gespeeld, met een prima rolkennis – in één woord uitstekend. Lees verder

01 sep

Als een kat op een heet zinken dak

D’Ye ijzersterk in “keihard” spel

Hans de Jong in de rol van zijn leven Foto: Marco Bakker

Hans de Jong in de rol van zijn leven
Foto: Marco Bakker

D’Ye kwam tot een grootse prestatie met de uitvoering van “Als een kat op een heet zinken dak”, een realistisch drama, dat met moed en vaart werd gebracht. Tennessee Williams heeft in dit stuk tal van taboes cynisch aangepakt en schuwt bij de onderwerpen sexualiteit, on-geneeslijke ziekten en verslaving ruw taalgebruik niet. D’Ye had het lef de zaal een spiegel voor te houden in dit keiharde spel van jaloezie, hebzucht, huichelachtigheid en gebrek aan communicatie. Wie dacht ontspannen naar een gezellig toneelstuk te kunnen kijken kwam dus bedrogen uit. De keuze van het stuk viel niet bij iedereen in de smaak: enkelen verlieten zelfs de zaal. D’Ye slaagde er echter wel in de bedoelingen van Williams trefzeker op het publiek af te vuren. Enkele spelers kwamen hierin tot ongekende prestaties. Het stuk laat een dag zien uit het leven van een rijke plantersfamilie, de dag dat Grote Pappa 65 jaar wordt. Een feest dat ontaardt in een groot drama. Hans de Jong speelde misschien wel de rol van zijn leven als een doodzieke man, die zich aan het leven vastklampt, maar eigenlijk weet dat zijn einde nabij is. Gé van Oostveen-Klein zette heel fraai zijn echtgenote neer, een wat kinderlijke vrouw die niet wil zien wat haar omgeving uitspookt. Anneke van Overbeek overtrof zichzelf in de rol van de sexueel gefrustreerde Margaret, afgewezen door haar echtgenoot en zich verliezend in een zondvloed van woorden. Jacco Kemper was ontroerend als de homosexueel Brick, die Margaret tegen beter weten in getrouwd heeft en zijn geaardheid maar niet wil erkennen. Hij gebruikt de drank als vluchtmiddel. Lees verder