07 sep

Tien kleine negertjes

D’Ye sterk in Christie-thriller

De “Tien kleine negertjes” luisteren naar de stem van de geheimzinnige meneer Owen. Foto: Marco Bakker

De “Tien kleine negertjes” luisteren naar de stem van de geheimzinnige meneer Owen.
Foto: Marco Bakker

Als het stuk begint is het net een week in dienst zijnde huishoudelijk personeel bezig de salon van een villa in orde te maken. De butler en zijn vrouw verwachten acht gasten. Ze zijn uitgenodigd door de nog niet aanwezige familie Owen. De villa staat op een eiland en is alleen per boot bereikbaar. In twee groepjes komen de gasten aan. Op de schoorsteenmantel staan tien beeldjes en erboven hangt het ingelijste verhaal van de tien kleine negertjes, essentiële onderdelen in het stuk. Dan horen de gasten tot hun verbijstering de stem van meneer Owen. Maar wie is die Owen die hen naar het eiland gelokt heeft? Duidelijk wordt dat ze allemaal iets gemeenschappelijks hebben, de dood van een medemens. Ieder hangt een verhaal op om zich tegen de aantijgingen te verdedigen. Riet Peereboom is een prachtige Emily Brent. Een uitgestreken juffrouw met principes, maar dan wel hele enge principes, zoals later blijkt. Nico Kemper speelde prima een zenuwspecialist die gaandeweg wel wat hulp van een collega had kunnen gebruiken. Lex Bos had zich uitstekend ingeleefd in de rol van de gepensioneerde generaal Mackenzie. Vertellend, peinzend, woedend, de overgangen in stemmingen gingen moeiteloos. Lees verder

01 mrt

Het einde is zoek

Wim Brondgeest en Nel Bakker als Jeroom en Babette Foto: Marco Bakker

Wim Brondgeest en Nel Bakker als Jeroom en Babette
Foto: Marco Bakker

D’Ye verrast met goed kindertoneel

Joyce leest een boek dat gaat over Marnix, een rijkeluiszoontje dat niets mag van zijn ouders. Zijn vader heeft het te druk met rijk worden en zijn moeder vindt het vreselijk als haar zoon vies wordt. Marnix besluit weg te lopen, samen met zijn vriendje Willem. Ze komen in een groot bos en krijgen daar te maken met een heks en een tovenaar. Die tovenaar is een akelige figuur die steeds probeert alles te verpesten en dat begint al als hij in een onbewaakt ogenblik de laatste bladzijden uit het boek van Joyce scheurt. Nu is er geen eind meer, hoe moet dat nu? Riet Peereboom was onnavolgbaar in haar creatie van heks Kippevel. Zij heeft een kijkje genomen in de mensenwereld. De puinhoop die kinderen van hun kamertje maken, heerlijk vindt ze dat. Marnix en Willem (leuke rollen van Peter Sloots en Gerro Roskam) vinden het wel geinig bij die malle heks. Toch laten ze zich beetnemen door tovenaar Merlinus, die met hulp van de jongens Kippevel een poets wil bakken. Hij heeft een potje spring- en trilzalf nodig dat ze voor hem uit het huisje van Kippevel moeten halen. Hij verandert zich daarvoor in een konijn met een zere voet. Hans Keijzer speelde voortreffelijk de tovenaar Merlinus met zijn akelige lachje. Naast konijn veranderde hij ook nog in een vervaarlijke beer en een illusionist die allen hypnotiseert. Steffie van Montfort bleek als Joyce een prima vertelster. Het decor zag er schitterend uit. Bomen veranderden in het huisje van Kippevel en het bureau van Marnix, enig. Ook licht, geluid en grime waren prima verzorgd.  Lees verder

07 mrt

Een doos vol kruimels

Doorleefd en sterk spel van d’Ye

Ellie van Montfort als Evy Meara en Pauline Bras als Polly Meara Foto: Marco Bakker

Ellie van Montfort als Evy Meara en Pauline Bras als Polly Meara
Foto: Marco Bakker

D’Ye heeft met haar uitvoering van “Een doos vol kruimels” aangetoond een serieus stuk met een flinke portie drama aan te kunnen. De zes spelers wisten hun karakters volkomen overtuigend neer te zetten. Onder regie van Hans Keijzer ontstond een fraai stilistisch toneelbeeld, waarbij de scènes overtuigden door een grote mate van realisme. Ook het fraai vormgegeven decor en de aankleding pasten goed bij de moderne Amerikaanse toonzetting, zoals de weerschijn van rood en groen neonlicht door de ramen, een fles drank in de bekende bruine papieren zak en Gershwin muziek als aankondiging. Het verhaal is in wezen simpel. Het gaat de auteur dan ook vooral om het menselijk handelen en onvermogen. Het spel begint als zangeres Evelyn Meara thuiskomt na een opname in de Betty Ford-kliniek. Hoofdrolspeelster Ellie van Montfort wist Evy met een grote mate van doorleefdheid neer te zetten. Kordaat, karaktervol en goed gebekt. Een indrukwekkende prestatie. Terecht heeft d’Ye er voor gekozen het taalgebruik niet te kuisen. Riet Peereboom zat als gegoten in de rol van vriendin Toby, chic, stijlvol en tuttig. Pauline Bras overtuigde met jeugdig elan als Evy’s dochter Polly. Pieter Leek speelde de kleine rol van Manuel, de loopjongen, zeer levensecht. Zijn Mexicaanse accent klonk overtuigend. De indrukwekkende slotscène werd versterkt door een uitgebalanceerde belichting. Aanbevolen. Lees verder

07 sep

Een trouwring mag niet knellen

D’Ye viert jubileum met gekke klucht

Een opzienbarende José Vlak als Marie en Pauline Bras als de straalverwende Ankepiet Foto: Marco Bakker

Een opzienbarende José Vlak als Marie en Pauline Bras als de straalverwende Ankepiet
Foto: Marco Bakker

Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan had d’Ye deze keer gekozen voor een klucht. Onder de genodigden waren ook oud regisseurs van de club. Zij zagen, met de andere bezoekers, een knotsgekke voorstelling, waaruit duidelijk de spelopvatting bleek van Hans Keijzer, die nu zijn debuut als regisseur maakte. Vanaf de eerste minuut zat Wim Bak volledig in zijn rol als Boudewijn. Hij snelde lichtvoetig over het toneel, was maf, wanhopig, komisch en getergd. Zeer sterk in z’n mimiek en tot op de letter verstaanbaar met een perfecte rolkennis. Marie, zijn hulp en toeverlaat, werd gespeeld door José Vlak. Een enige rol van José, die beslist niet onderdeed voor Bak en met haar heldere stem en leuke dialect een aandoenlijk lief meisje neerzette. Lees verder

07 sep

Hoera, het is een jongen!

D’Ye brengt oude klucht modern en geestig

Ed Koorn als Walter Weber, Nico Kemper als Frits Pappenheimer en Wim Bak als Paul Welling Foto: Marco Bakker

Ed Koorn als Walter Weber, Nico Kemper als Frits Pappenheimer en Wim Bak als Paul Welling
Foto: Marco Bakker

Toneelvereniging d’Ye had deze keer weer eens een klucht op het repertoire gezet, met als gevolg een bomvolle zaal op de première-avond. Het stuk “Hoera, het is een jongen!” is al erg oud, dus was er maar één oplossing: het stuk grotendeels herschrijven en aanpassen aan deze tijd. D’Ye-lid Hans Keijzer heeft deze klus voor zijn rekening genomen en is er voor-treffelijk in geslaagd er een soepel lopend, vlot, geestig en komisch geheel van te maken. Absolute uitblinkers waren Nico Kemper en Wim Bak jr. Kemper speelde frank en vrij, was tekstvast, goed te verstaan en komisch. Hij nam de zaal mee in alle gekke toestanden waarin hij verzeild raakte. Moeiteloos gleed hij van de ene creatie in de andere. Wim Bak zette de zelfverzekerde advocaat perfect neer. Een man die erg inventief is in het bedenken van allerlei smoesjes en probeert de krankzinnige situatie hoe dan ook in de hand te houden. Bak was in deze rol goed op dreef. Een mimiek en een motoriek om van te smullen. Zeer tekstvast gebruikte hij het hele toneel. De jonge professor Walter werd gestalte gegeven door Ed Koorn. Ook hij kwam goed uit de verf in al zijn goedheid, verbijstering en wanhoop. Hij bleef de lieverd die niet weet wat hem allemaal overkomt en hoe hij alles moet aanpakken. Ellie van Montfort was de charmante vriendin, een schrijfster. Ze komt er al snel achter welke leugens er gebruikt worden om een catastrofe af te wenden en speelt het spel mee. Zoals we van Ellie gewend zijn zette ze moeiteloos de uitgekookte, intelligente en charmante Helga neer. Het stuk werd geregisseerd door Hans de Jong, die hiermee een geslaagd debuut maakte. Lees verder

01 mrt

Pico Bello

picobelloD’Ye boeit jong publiek

Toneelvereniging d’Ye verdient een groot compliment! Het is een knap staaltje om in twee achtereenvolgende voorstellingen van ieder twee uur een heel jong publiek zo te blijven boeien dat tussen de kinderen en de spelers een wisselwerking ontstaat die zorgt voor een uitermate plezierige sfeer. Onder regie van Paul de Boer werd volop genoten van het vrolijke kindertoneelstuk “Pico Bello” van Jan Lemaire jr. Een leuk verhaal over een schoorsteenveger, die zo arm is dat hij geregeld schuldeisers op zijn dak krijgt. Als hij met de meeste spoed aan het hof van koning Frederik wordt ontboden om de koninklijke schoor-stenen te vegen lijken betere dagen aan te breken, maar helaas is er een arrogante, zeer doortrapte hofmaarschalk die allerlei slechte plannetjes uitbroedt, waarvan Pico Bello het slachtoffer dreigt te worden. Gerro Roskam kreeg als de altijd opgewekte Pico Bello onmiddellijk de volle sympathie van de zaal. Daarentegen werd de hofmaarschalk (een mooie rol van Wijnand Visser) voortdurend op de vingers getikt. Rob de Wijn zette een zeer geloofwaardige statige kamerheer op de planken, leuk in contrast met de goedmoedige, vrolijke koning (Wim Brondgeest). Wat dit kindertoneelstuk extra aantrekkelijk maakte waren de leuke, vlotte liedjes op een eigentijds ritme die tussendoor werden gezongen. Lees verder