01 mrt

I Can’t Imagine Tomorrow

Eenakterfestival biedt theater in al zijn facetten

Het Ilpendamse Eenakterfestival is een must voor iedere toneelliefhebber uit de regio. Het geeft een uitstekend beeld van de prestaties van de Waterlandse toneelverenigingen, maar toont ook aan hoe verschillend ze zijn. De verenigingen laten telkens zien hoe gevarieerd het theaterrepertoire is. Het publiek kon zaterdagavond en zondagmiddag in het Dorpshuis nadenken, schaterlachen en meezingen bij de zeven producties. Toneelvereniging d’Ye uit Edam beet de spits af met “I can’t imagine tomorrow” van Tennessee Williams. Een sober, soms somber stuk. Een man en een vrouw, beiden zitten in een ligstoel, tasten in een moeizame dialoog hun -niet echt duidelijke- verhouding af. Zij is ziek en lijdt pijn. Hij, een leraar met een spraakprobleem, bezoekt haar iedere avond. Margriet Beukeboom en Peter Sloots wisten aan deze moeilijke karakters voldoende inhoud te geven. En al even tastbaar werd de intense eenzaamheid, het gevoel van gevangen zitten in een sleur…
NNC, Ruud van der Mueren en Annet Zevenhek


Uitgevoerd: voorjaar 1997
Spelers: Margriet BeukeboomPeter Sloots
Regie: Hans Keijzer
Licht & geluid: Mink Broeze, Maarten Groot

07 sep

Romeo en Julia

Horizontaal bungeejumpen bij d’Ye’s “Romeo en Julia”

Tijdens de pauze geniet het publiek zichtbaar van Peter Sloots Foto: Marco Bakker

Tijdens de pauze geniet het publiek zichtbaar van Peter Sloots
Foto: Marco Bakker

De première van de experimentele “Romeo en Julia” door toneelvereniging d’Ye was een zeer onderhoudende en aansprekende voorstelling en zeker voor vele vaste toeschouwers van d’Ye iets heel anders dan ze gewend waren. Regisseur Hans Keijzer wilde graag experimenteren met een nieuwe methode van regisseren. Niet strikt uitgaan van de tekst en regie aanwijzingen, maar improviseren en meedenken door de spelers. De opening was meteen al verrassend. Romeo en Julia staan met de ruggen naar het publiek en lopen langzaam over twee graftomben (?) weg. Plotseling een hel licht en ze verdwijnen. Een vooruitwijzing naar de afloop van het stuk, gevolgd door geroezemoes in de zaal. Dat werd al snel luider en ontaardde in een luidkeels over en weer geschreeuw van de Veronese families Capuletti en Montecchi, waarvan de leden plotseling uit alle hoeken van de zaal tevoorschijn kwamen. Al ruziemakend liepen de spelers het podium op. Op deze vondst kwam een open doekje van het publiek. De toon voor de voorstelling was gezet en ie werd prachtig harmonisch doorgetrokken gedurende het hele stuk. Alle leden van d’Ye hebben hun creativiteit de vrije loop kunnen laten. Steffie van Montfort en Lissy Lutz voerden tussendoor een dans op die het gevecht tussen de beide families uitbeeldde. Erik Vlugt als de onhandig verliefde Paris droeg een gedicht voor met een Vlaams accent dat hij zeer knap gedurende de hele voorstelling volhield. Lees verder

07 mrt

Dwazen

Judith Naeff als "het engeltje" en Nico Kemper als Avram Kamzoil Foto: Marco Bakker

Judith Naeff als “het engeltje” en Nico Kemper als Avram Kamzoil
Foto: Marco Bakker

Toneelvereniging d’Ye toont moed met “Dwazen”

Toneelvereniging d’Ye speelde zaterdagavond de eerste van twee uitvoeringen van “Dwazen”, een nogal absurdistische komedie van Neil Simon. Een tamelijk gedurfd stuk voor een amateurgezelschap, dat toch een breed publiek wil boeien. De spelers en regisseur Hans Keijzer wisten er blijkens het programma-boekje in beginsel ook niet zo goed raad mee. Toch slaagden ze erin een aardig stuk op de planken te zetten. Het verhaal speelt zich af in een joods dorpje in tsaristisch Rusland. De inwoners leven er al twee eeuwen lang onder een vloek die hen van hun intelligentie heeft beroofd. Een hoofdonderwijzer van elders, die verliefd wordt op Rachel, een meisje uit het dorp, wil de vloek verbreken. Het verhaal neigt naar langdradigheid. Dat brengen de oppervlakkige personages met zich mee. Van hen gaat weinig uit en de dwaasheid die op het toneel tentoongespreid wordt werkt op den duur vermoeiend. De humor die de absurde dialogen doorspekt is hier en daar flauw en herhalend maar ook wel eens raak. Vooral Lex Bos, als Morechai Jacoby, en hoofdrolspeler Nico Kemper, als onderwijzer Avram, weten er raad mee. Ook de rabbi, een rol van Peter Sloots, krijgt met zijn spel en met de stille expressie tijdens het bidden de lachers moeiteloos op zijn hand. Brigitte Lang blonk uit als de verlegen Rachel. Door het live in de voorstelling betrekken van de joodse Klezmer muziek heeft d’Ye de sfeer al voor een groot deel gezet. De muzikanten, maar ook de kostuums en de gedekte kleuren op het toneel, pasten uitstekend in de sfeer. Het decor oogde wat rommelig maar bleek handig en functioneel en er werd heel creatief met weinig middelen een passende omgeving gecreëerd. D’Ye verdient een pluim voor de originele en goeddoordachte manier waarop ze dit eigenwijze stuk heeft aangepakt.
NNC, Nelleke Vogel


Uitgevoerd: voorjaar 1996
Spelers: Nico Kemper, Pauline Bras, Peter Sloots, José Vlak, Riny Janssen, Lex Bos, Wil Heerland, Brigitte Lang, Ed Koorn, Wim Cornelissens, Jan van Dijk, Rob Kaagman, Marinus Naeff, Ger Cloosterman, Judith Naeff
Regie: Hans Keijzer
Souffleuse: Steffie van Montfort
Licht & geluid: Mink Broeze, Maarten Groot
Decor: Wim Cornelissens, Roel Bijleveld, Gerard Leusink, Henk van Montfort, Arthur Karsten, Max Schuitemaker

07 sep

Tien kleine negertjes

D’Ye sterk in Christie-thriller

De “Tien kleine negertjes” luisteren naar de stem van de geheimzinnige meneer Owen. Foto: Marco Bakker

De “Tien kleine negertjes” luisteren naar de stem van de geheimzinnige meneer Owen.
Foto: Marco Bakker

Als het stuk begint is het net een week in dienst zijnde huishoudelijk personeel bezig de salon van een villa in orde te maken. De butler en zijn vrouw verwachten acht gasten. Ze zijn uitgenodigd door de nog niet aanwezige familie Owen. De villa staat op een eiland en is alleen per boot bereikbaar. In twee groepjes komen de gasten aan. Op de schoorsteenmantel staan tien beeldjes en erboven hangt het ingelijste verhaal van de tien kleine negertjes, essentiële onderdelen in het stuk. Dan horen de gasten tot hun verbijstering de stem van meneer Owen. Maar wie is die Owen die hen naar het eiland gelokt heeft? Duidelijk wordt dat ze allemaal iets gemeenschappelijks hebben, de dood van een medemens. Ieder hangt een verhaal op om zich tegen de aantijgingen te verdedigen. Riet Peereboom is een prachtige Emily Brent. Een uitgestreken juffrouw met principes, maar dan wel hele enge principes, zoals later blijkt. Nico Kemper speelde prima een zenuwspecialist die gaandeweg wel wat hulp van een collega had kunnen gebruiken. Lex Bos had zich uitstekend ingeleefd in de rol van de gepensioneerde generaal Mackenzie. Vertellend, peinzend, woedend, de overgangen in stemmingen gingen moeiteloos. Lees verder

01 mrt

Het einde is zoek

Wim Brondgeest en Nel Bakker als Jeroom en Babette Foto: Marco Bakker

Wim Brondgeest en Nel Bakker als Jeroom en Babette
Foto: Marco Bakker

D’Ye verrast met goed kindertoneel

Joyce leest een boek dat gaat over Marnix, een rijkeluiszoontje dat niets mag van zijn ouders. Zijn vader heeft het te druk met rijk worden en zijn moeder vindt het vreselijk als haar zoon vies wordt. Marnix besluit weg te lopen, samen met zijn vriendje Willem. Ze komen in een groot bos en krijgen daar te maken met een heks en een tovenaar. Die tovenaar is een akelige figuur die steeds probeert alles te verpesten en dat begint al als hij in een onbewaakt ogenblik de laatste bladzijden uit het boek van Joyce scheurt. Nu is er geen eind meer, hoe moet dat nu? Riet Peereboom was onnavolgbaar in haar creatie van heks Kippevel. Zij heeft een kijkje genomen in de mensenwereld. De puinhoop die kinderen van hun kamertje maken, heerlijk vindt ze dat. Marnix en Willem (leuke rollen van Peter Sloots en Gerro Roskam) vinden het wel geinig bij die malle heks. Toch laten ze zich beetnemen door tovenaar Merlinus, die met hulp van de jongens Kippevel een poets wil bakken. Hij heeft een potje spring- en trilzalf nodig dat ze voor hem uit het huisje van Kippevel moeten halen. Hij verandert zich daarvoor in een konijn met een zere voet. Hans Keijzer speelde voortreffelijk de tovenaar Merlinus met zijn akelige lachje. Naast konijn veranderde hij ook nog in een vervaarlijke beer en een illusionist die allen hypnotiseert. Steffie van Montfort bleek als Joyce een prima vertelster. Het decor zag er schitterend uit. Bomen veranderden in het huisje van Kippevel en het bureau van Marnix, enig. Ook licht, geluid en grime waren prima verzorgd.  Lees verder