07 mrt

Het Laatste Glas

D’Ye zet publiek met “Het laatste glas” op verkeerde been

Martine Hamstra als Kate en Brigitte Lang als Sarah Foto: Marco Bakker

Martine Hamstra als Kate en Brigitte Lang als Sarah
Foto: Marco Bakker

“Het laatste glas” is een echte thriller. Als je denkt een beetje te weten hoe een en ander in elkaar zit en dan met name wie verantwoordelijk is voor de onvermijdelijke moord, blijkt dat je helemaal op het verkeerde been bent gezet. De eerste moord is nog duidelijk (die is zichtbaar) maar wie is dan degene die de volgende droevige gebeur-tenissen op zijn of haar geweten heeft? Het stuk gaat over het echtpaar Redford, Sarah en Jack. Jack is directeur van het bedrijf dat zijn vrouw en haar broer, Edward Donnington, van hun ouders geërfd hebben. Het heeft er alle schijn van dat Jack zich met louche zaken bezighoudt. Zaken waar Sarah geen idee van heeft. Broer Edward (Paul van Kaathoven), een pianist, komt logeren en heeft blijkbaar toch iets meegekregen van zaken die niet goed zijn gegaan. De spanning in huis stijgt. Zeker als Jack (Ed Koorn) zijn vrouw een flinke depressiviteit aanpraat. Koorn was overtuigend als de charmante echtgenoot en als de man met minder prettige ideeen. Brigitte Lang speelde goed het jonge vrouwtje Sarah dat niet meer weet hoe ze het heeft. Ze is geregeld in tranen en in haar emoties was ze meestal sterk. Van de kordate dokter, goed en rustig gespeeld door Ellie van Montfort, krijgt ze pillen maar echt helpen doen ze niet. Zeker niet omdat Sarah geregeld naar de whisky grijpt. Erik Vlugt speelde zelfverzekerd en met veel flair de ontslagen werknemer Geoffry Curtis. Martine Hamstra was als Kate de rots in de branding voor Sarah. Altijd kan ze een beroep op haar doen. Nico Kemper vertolkte de politie-inspecteur die ook schrijver is. Kemper speelde met gemak de man die Sarah graag wil helpen. Rob de Wijn gaf met zijn rustige spel en mooie stem goed gestalte aan de notaris en Maartje Sloots vertolkte goed de jonge Anna, die ook niet is wat ze lijkt. De terugblikken brachten het publiek in eerste instantie in de war en lokten heel wat reacties uit. Licht en geluid waren prima verzorgd. Het haarwerk kon minder bekoren. De begeleidende muziek van Pina Donaggio was perfect gekozen en paste geheel in de sfeer. Lees verder

07 sep

Arsenicum en oude kant

Geen kaakkramp bij “Arsenicum”

Erik Vlugt als Mr. Gibbs, Voufke Hermanides en Wil Heerland als de dames Brewster en Paul van Kaathoven als hun neef Mortimer Foto: Marco Bakker

Erik Vlugt als Mr. Gibbs, Voufke Hermanides en Wil Heerland als de dames Brewster en Paul van Kaathoven als hun neef Mortimer
Foto: Marco Bakker

Hier en daar wat onzeker begon d’Ye zaterdag aan de eerste uitvoering van “Arsenicum en oude kant”, dat nog steeds behoort tot de klassiekers onder de komedies, al is het langzamerhand toch wat ouderwets voor verwende toneelliefhebbers. Het publiek genoot zo te horen wel van het gebodene, al bleef de in het vooruitzicht gestelde kaakkramp uit. De tekstkennis liet deze eerste avond wel te wensen over. Het stuk gaat over de twee zusters Brewster, die bekend staan als lief en altijd bereid zijn anderen te helpen. Ze ontfermen zich graag over eenzame figuren. En hoe! Er gebeuren vreemde dingen in het huis van de oude dametjes en ook heel wat vreemde figuren komen op bezoek. Abby Brewster werd heel verdienstelijk gespeeld door Wil Heerland. Voufke Hermanides was prachtig als haar zuster Martha. Bij hun in huis woont hun neef Teddy. Hij denkt dat hij Teddy Roosevelt is en geregeld zijn ministerraad bij elkaar moet roepen. Gerro Roskam was in zijn element als de mallotige neef die in zijn eigen wereld leeft. Heerlijk om naar te kijken en te luisteren was Ed Koorn in zijn creatie van dokter Einstein. Steffie van Montfort speelde een pittige Elaine. Ze was tekstvast en zeker, evenals Erik Vlugt in zijn dubbelrol van Gibbs en O’Hara. Lees verder

01 mrt

Koning Tourmalijn verliest zijn pijn

Koning Tourmalijn blijkt jong en oud te boeien

Koning Tourmalijn lijdt onder schijnbaar ongeneeslijke likdoorns. Hij biedt degene die hem ervan verlost een forse beloning. Bij falen wacht het cachot, dat inmiddels wordt gevuld door bijna veertig geneesheren. Tot Jodocus de kamerdienaar een oud vrouwtje uit handen van twee gemene vrouwen redt. Als dank krijgt hij van haar een wondermiddel waarmee hij de koning kan genezen. Het wordt nog even spannend als de twee vrouwen met die zalf aan de haal gaan, maar sprookjesgetrouw: eind goed al goed. Het stuk wordt grotendeels gedragen door Wijnand Visser, die een meesterlijke Macaroni neerzet, minister van onvoorziene omstandigheden. Met zijn fraai consequent doorgevoerde bekakte accent, aanstellerige gebaartjes en gezwaai met zijn zakdoek was hij het prototype van de achttiende-eeuwse aristocraat. Zijn droge, geestige opmerkingen misten nooit doel. Of de kinderen in de zaal konden doordringen tot de finesses van zijn spel is de vraag, de volwassenen vermaakten zich echter kostelijk met dit uitmuntend neergezete personage. Vissers stempel op de voorstelling zegt niets ten nadele van de overige spelers. Ook zij speelden uitstekend en zetten net als Visser hun personage met overduidelijk plezier neer. Wim Brondgeest kon zich uitleven op de zeurderige koning die met zijn gehinkel en gekreun goed lag bij het jonge publiek. Opvallende rollen waren weggelegd voor Jodocus de kamerdienaar (Gerro Roskam) en Petronella, het kamermeisje (Pauline Bras). Zij waren ook degenen die het publiek bij de zaak betrokken hielden door ze af en toe direct aan te spreken. Lees verder

07 sep

Romeo en Julia

Horizontaal bungeejumpen bij d’Ye’s “Romeo en Julia”

Tijdens de pauze geniet het publiek zichtbaar van Peter Sloots Foto: Marco Bakker

Tijdens de pauze geniet het publiek zichtbaar van Peter Sloots
Foto: Marco Bakker

De première van de experimentele “Romeo en Julia” door toneelvereniging d’Ye was een zeer onderhoudende en aansprekende voorstelling en zeker voor vele vaste toeschouwers van d’Ye iets heel anders dan ze gewend waren. Regisseur Hans Keijzer wilde graag experimenteren met een nieuwe methode van regisseren. Niet strikt uitgaan van de tekst en regie aanwijzingen, maar improviseren en meedenken door de spelers. De opening was meteen al verrassend. Romeo en Julia staan met de ruggen naar het publiek en lopen langzaam over twee graftomben (?) weg. Plotseling een hel licht en ze verdwijnen. Een vooruitwijzing naar de afloop van het stuk, gevolgd door geroezemoes in de zaal. Dat werd al snel luider en ontaardde in een luidkeels over en weer geschreeuw van de Veronese families Capuletti en Montecchi, waarvan de leden plotseling uit alle hoeken van de zaal tevoorschijn kwamen. Al ruziemakend liepen de spelers het podium op. Op deze vondst kwam een open doekje van het publiek. De toon voor de voorstelling was gezet en ie werd prachtig harmonisch doorgetrokken gedurende het hele stuk. Alle leden van d’Ye hebben hun creativiteit de vrije loop kunnen laten. Steffie van Montfort en Lissy Lutz voerden tussendoor een dans op die het gevecht tussen de beide families uitbeeldde. Erik Vlugt als de onhandig verliefde Paris droeg een gedicht voor met een Vlaams accent dat hij zeer knap gedurende de hele voorstelling volhield. Lees verder