De opgaande zon
Publiek pinkt traantje weg bij “Opgaande zon” van Heijermans
De Edamse toneelvereniging d’Ye was dit weekend uitstekend op dreef met twee voorstellingen van de ruim zeventig jaar oude klassieker “De opgaande zon” van Herman Heijermans. Het geheel stond onder regie van Léon Tol, die met dit stuk afscheid neemt van het Edamse toneel. Met name de vindingrijkheid in het decorontwerp viel op. Voor de eenvoudige huiskamer van het winkeliersgezin De Sterke uit de eerste acte en later de ruïne na de brand zou zelfs het ‘grote toneel’ zich niet hoeven schamen. Heijermans maakt zich in zijn werk sterk voor de underdog die in de hoek wordt gedreven door het ‘grootkapitaal’. Zo ook in “De opgaande zon”, waarin een familie, eigenaar van een kleine, maar goedlopende zaak, diep in de problemen komt door de niets en niemand ontziende concurrentie van zijn al maar uitbreidende buurman. Deze drijft zo door dat er voor De Sterke geen droog brood meer te verdienen valt. De hele geschiedenis gaat onafwendbaar af op een groot familiedrama: een uit de hand gelopen brand kost het leven van en jong meisje en betekent de ondergang van het gezin. Han de Witte, die vorig jaar debuteerde bij d’Ye, speelde de rol van de tot de ondergang gedoemde winkelier De Sterke. Ondanks een uitmuntende rolkennis slaagde hij er niet altijd in te overtuigen, maar hij revancheerde zich royaal in de scène van de vader die zijn dochter ervan overtuigt dat zij haar schuld aan de fatale brand moet bekennen. Debby Besseling vertolkte deze zware rol zo overtuigend, dat in de zaal tersluiks wat traantjes werden weggepinkt. Besseling verstaat de kunst om spel tot tastbare werkelijkheid te maken, zonder één ogenblik in overdrijvingen te vervallen. Prima was ook het spel van Riet Peereboom die de moeder neerzette, met alle emoties van de vrouw die het noodlot niet weet te keren en alle hoop verloren heeft.
NNC, Janny Boelens-Boss
Uitgevoerd: najaar 1990
Spelers: Han De Witte, Riet Peereboom, Debbie Besseling, Wim Bak, Gé van Oostveen, Nico Kemper, Maaike Porsius, Sjaak Kras, Hans Keijzer, Gerro Roskam, Hans de Jong, Wim Brondgeest
Regie: Léon Tol
Souffleuse: Gineke de Witte
Licht & geluid: Jan van Dijk, Maarten Groot
Decor: Han Broeze, Mink Broeze, Jouke Deen, Henk van Montfort, Arnold Rob, Louis Jurka